Bravo Babilu

Bumbalu is jarig. Bumba moet nog een cadeautje zoeken. Babilu blijft thuis en nanadu komt babysitten. Nanadu zet muziek op en danst om Babilu te troosten. Babilu speelt DJ en laat Nanadu snel dansen. Bumba, Nanadu en Babilu dansen samen.

Babilu boetseert, Bumbalu is model en moet stil staan. Babilu is vuil en moet in bad met 2 badeendjes, Bumba wast hem. We tellen 4 badeendjes. Bumbina doet een act met 4 ballen. Babilu zingt in bad. Bumbalu moet nu ook in bad.

Babilu krijgt een vieruurtje en hoort gepiep van een muisje. Babilu deelt zijn koekje met de muis. Bumba neemt de muis mee naar de tuin en Babilu moet huilen. Babilu heeft een konijntje als nieuw huisdier. Bumba verkleedt zich als konijn.

Babilu zijn haar is te lang. Bumba belt naar de kapper. Bumba tovert een schort bij Babilu en Bumbalu kamt zijn haar. Bumbalu knipt babilu zijn haar en heeft zelf nu ook oranje haar. Bumba tovert een ijsje voor Babilu.

Mama is zwanger en Bumba meet haar buik. Dokter Bumbalu doet een scan. Carla de kip legt verschillende kleuren eieren. Mama komt op bezoek met nieuwe baby Babilu.

Bumba toont Babilu hoe je moet stappen. Bumbalu en Bumba proberen samen Babilu te leren stappen. Tumbi, Pantoef en Bumbum komen op 4 voeten voorbij gestapt. Bumbalu en Bumba tellen stappen en Babilu stapt alleen.

Bumba leert Babilu kleurtjes met kokertjes en een balletje. Babilu schildert rode strepen. We leren dat een peper rood is. Bumbina komt voorbij met een zware gigantische toverstok. Babilu leert kleuren mengen.

Bumba probeert Babilu wakker te maken met een gitaar. Bumbalina trommelt heel luid, Bumba tovert haar trommel kleiner. Babilu maakt zich klaar voor school, Bumba tovert een schooltas. Babilu gaat naar de klas met Poppa en Nanadu.

Bumba probeert Babilu blij te maken met een stoet met Tumbi, Pantoef, Bumbum, Nanadu en Poppa. Babilu is nog steeds niet blij, hij is ziek. Bumba gaat met Babilu naar dokter Bumbalu. Bumba en Bumbalu worden ook ziek.

Babilu speelt samen met Babizus met de beer, ze maken ruzie. Bumba neemt de teddy af en tovert voor hen een vislijn. Bumba tovert een tamboerijn voor de baby's. Bumba maakt samen met de baby's muziek, alle vrienden komen erbij.

Babilu heeft honger, Bumba maakt fruitpap met een appel, appelsien en een koekje. Bumba wil Babilu voeren, Babilu wil alleen leren eten. Babilu eet zijn bord fruitpap op.

Babilu wil buiten gaan voetballen maar het stormt. Bumba en Babilu spelen binnen voetbal. Bumba en Babilu spelen samen buiten in de sneeuw. Het begint te regenen, het wordt lente en zomer. Bumbalu voetbalt samen met Bumba en Babilu.

Het is bedtijd voor de dieren en Babilu. Babilu maakt zich klaar om te gaan slapen en poetst zijn tanden. Bumba leest voor aan Babilu in bed en zet een nachtlampje neer. Babilu gaat zonder tuutje slapen, hij krijgt een teddybeer.

Babilu speelt met een auto, hij maakt muziek met zijn speelgoed. Bumba tromt en Tumbi doet de Tumbi-mars. Bumbalu kan niet slapen van het lawaai en speelt mee trompet. Ze spelen samen muziek en alle dierenvrienden komen voorbij.

Bumba is de versiering vergeten voor het feest van Babilu en tovert balonnen. Hij tovert ook een verjaardagskroon. Bumbalu brengt een verjaardagstaart. Bumba tovert kaarsjes op de taart, Babilu blaast ze uit.

Bumba heeft een fluitje, Babilu krijgt een trommeltje. Babilu leert tellen met zijn trom en een aantal blokjes. Babilu krijgt nog een trom van Bumba om nog grotere blokken te tellen. Bumba trommelt mee.

Babilu en bumba zijn buiten aan het stappen. Babilu leert ook lopen op een bal als een circusartiest. Bumbalu en Babilu fietsen samen. Bumba tovert een eigen fiets voor Babilu. Babilu fietst in het rond, Bumba en Bumbalu achtervolgen hem.

Babilu gaat logeren bij Bumbalu. Bumba maakt een koffer voor Babilu. Bumbalu bakt pannekoeken voor Babilu. Ze spelen met een kangoeroebal die ze opblazen. Babilu springt hoog en snel met de bal.

Babilu moet schoenen aantrekken maar die zijn te klein. Bumba gaat Babilu meten. Bumba zijn meter is stuk. Bumba plant een appelboomzaadje. In de grond en geeft het water. Er groeit een appelboom. Babilu krijgt een appel van de boom.

Babilu is een masker van bumba aan het knutselen. Bumba heeft een masker van een koe, Bumbalu eentje van een varken. Babilu is verdwenen. Bumba heeft een ei gelegd, Babilu komt eruit met een masker van een kuiken.