Raveleijn

Het gezin Woudenberg verhuist van de stad naar een oude herberg aan de rand van een bos. Wanneer Joost, de jongste van de vijf kinderen, de buurt onderzoekt vindt hij een mysterieuze landkaart. Samen met zijn grotere broer Maurits tracht hij de kaart te ontcijferen. Tijdens een wandeling raken de kinderen Spike, hun hond, al snel kwijt.

Alweer twee weken woont de familie Woudenberg in D'Oude Herberg. De meesten hebben hun draai gevonden, behalve Thomas, die vindt het maar niks. Hij wil het liefst terug naar de grote stad, terug naar zijn band. De tweeling, Lisa en Emma, vinden het allemaal prima, via Skype en MSN blijven ze toch op de hoogte van alle roddels in hun oude stad.

Een mysterieuze vrouwenstem leidt Joost naar een vervallen, oude stadspoort, met de naam Raveleijn. Wanneer hij het woord uitspreekt, verschijnt er boven de poort in gouden letters: 'Waar Raven Ruyters zullen zeyn'. De poort gaat open en Joost rent erdoorheen.

De volgende dag vertelt Joost over zijn avontuur achter de poort. Niemand gelooft hem. Zelfverzekerd pakt hij zijn rugzak en gaat terug naar het bos. Thomas, Maurits, Lisa en Emma besluiten met hem mee te gaan, ze zijn toch wel nieuwsgierig geworden. Maar Joost kan de poort niet meer vinden en teleurgesteld gaan de vijf naar huis.

In een explosie van hoefgetrappel, galopperen vier glanzende paarden met vier ruiters op hun rug, aan de andere kant de poort uit. Verbaasd en verschrikt kijken de vier broers en zussen elkaar aan; wat is er aan de hand? Dan worden ze onderbroken door een vijfde ruiter, Joost. De Grijsvalk cirkelt weer boven hen, hij houdt de vijf in de gaten voor graaf Olaf Grafhart, de graaf van Ravenbosch.

Gevangen in netten liggen de vijf op de grond. Ze proberen de bannelingen uit te leggen dat ze geen kwaad in zich hebben. Ineens fluistert een van de mannen: "Ze zijn het, het zijn de vijf!" Meteen worden ze vrijgelaten en Samuel vertelt over de bannelingen van Raveleijn. Hij vertelt alles van begin tot heden.

De vijf kinderen hebben na hun avontuur achter de oude stadspoort geen oog dichtgedaan. Half slapend zitten ze dan ook aan het ontbijt. Wanneer de meiden op zoek gaan naar hun moeder zien ze haar nieuwste schilderijen in het atelier met daarop de vijf kinderen als ruiters. Volgens moeder gaf de ravenvrouw haar deze inspiratie.

De vijf ruiters keren terug naar het dorp van de bannelingen. Ze vragen zich nog steeds af waarom zij zijn uitgekozen voor deze taak. Samuel en Samira tonen hen het boek waarin de oudste sagen en legendes staan over het graafschap Ravenbosch en de stad Raveleijn. Ze vertellen over de vijf elementen aarde, water, hout, metaal en vuur.

Thomas weet met zijn vuurelement en wapen de graffers weg te jagen. De zes gaan in volle gallop richting Raveleijn. Samuel realiseert zich dat de bannelingen de Vijf moeten helpen. Hij roept iedereen op om zich klaar te maken voor hun vertrek naar Raveleijn. Halina roept de Ruiters op, Joost hoort haar stem.

In de grotten kijkt een aantal bannelingen beschuldigend naar de Vijf. De komst van de wachters moest wel hun schuld zijn. Voordat de Vijf kwamen, werden ze tenminste met rust gelaten door Graaf Grafhart. Thomas besluit dat ze weg moeten gaan om de bannelingen te beschermen, ook al is hun training nog niet voltooid. Als hun kracht écht van binnen komt, dan kunnen ze die ook zelf vinden.

De vijf ruiters komen aan bij Raveleijn. Graaf Olaf stuurt zijn graffers op ze af. Gelukkig ontdekken de ruiters een zwakke plek en binnen de kortste keren zijn de graffers verslagen. Maar dan begint de grond te trillen. Wat heeft de graaf nog meer in petto?

Graaf Olaf heeft nog een laatste verrassing voor de vijf ruiters. Zal het ze lukken om Raveleijn te redden, door het gebruik van hun eigen krachten en vooral door goed samen te werken?